Behang tips

WAAR MOET IK OP LETTEN VOORDAT IK GA BEHANGEN?

• Meet goed op waar welk behang moet komen, noteer zowel de breedte als de hoogtemaat, als er veel deuren en ramen zijn meet dan ook de maten onder en boven de deuren/ramen.
• Controleer het behangnummer en badnummer, zorg dat deze per muur altijd hetzelfde zijn, zo voorkomt u kleurverschil.
• Hoeveel banen haal ik uit een rol? Neem de lengte van de rol en deel deze door de hoogte van de muur (hou een kleine marge aan voor het snijden van het behang)
• Let op een eventueel patroon in het behang, wilt u netjes op patroon plakken dan heeft u per baan de hoogte van de muur nodig + 1 keer het patroon. (hou een kleine marge aan voor het snijden van het behang)
• De ondergrond moet schoon, droog en egaal van kleur zijn en over voldoende draag en absorptievermogen beschikken.
• Gebruik het juiste plaksel, elk soort behang heeft een plaksel dat speciaal daarvoor geschikt is.

WAAR MOET IK OP LETTEN TIJDENS HET BEHANGEN?
Tip: Kijk achterop het etiket van uw behang, hier wordt aangegeven welke verwerking uw behang nodig heeft!

• Elk soort behang wordt op een andere manier aangebracht.
• Controleer de banen voordat u ze op de muur plakt op fouten of beschadigingen
• Controleer na 3 banen plakken of alles goed is, bewaar uw labels en stalenmateriaal.
• Houdt uw gereedschap schoon en droog zo voorkomt u vlekken op het behang.
• Als u een doekje gebruikt om overtollige lijm van het behang af te halen maak deze dan regelmatig schoon onder de kraan en niet in een emmer, zo voorkomt u dat de lijm zich in de emmer vermengd met het water en juist voor meer vlekken zorgt.
• Afhankelijk van het behang is het verstandig met het doekje te deppen en niet te vegen, zo voorkomt u dat de vlek groter wordt.
• Bij stotend behang moet u ervoor zorgen dat de banen bij het aanbrengen goed met de randen tegen elkaar aanstaan, als de kier te groot is verwijder dan de baan en probeer het opnieuw.
• Probeer niet de naad tussen de banen te hard met de spatel tegen elkaar te duwen, de onderlaag krimpt misschien niet maar de toplaag (vaak vinyl) kan uit zijn verband worden geduwd, wanneer deze daarna langzaam weer naar zijn originele staat terugkeert kunt u dan alsnog een naad zien.
• Zorg dat het afbreekmesje scherp blijft zo voorkomt u rafelen van het behang bij het snijden.

WAAR MOET IK LETTEN NA HET BEHANGEN?

• Bewaar de etiketten van uw behang, mocht u nog meer nodig hebben dan weet u precies welk behang het is geweest.
• Bewaar grote stukken behang die over zijn in een plastic tas op een schone droge plek, mocht een later een beschadiging moeten repareren dan heeft u nog wat achter de hand.
• Gaat u morgen verder met behangen? Maak alles goed schoon en dek de lijm goed af op uitdrogen te voorkomen, opgeruimd staat netjes! 

BEHANG MET OF ZONDER PATROON

BEHANG ZONDER PATROON
U hoeft niet op het patroon te letten. Meet de hoogte van de muur en snijdt de banen die gelijk is aan de gemeten muur. Tel daarbij 5 tot 10 centimeter op. Dit is van belang bij het afsnijden van de banen langs plafond en plint

BEHANG MET RECHT PATROON
Behang met een recht patroon herken je aan, bijvoorbeeld 53cm of 64cm

Meet de hoogte van de muur en snijdt de banen op een lengte, gelijk aan een meervoud van het patroon, boven de gemeten muur. Tel daarbij 5 tot 10 centimeter op. Dit is van belang bij het afsnijden van de banen langs het plafond en plint.

Patroon meervouden van 53cm zijn: 1,06m – 1,59m – 2,12m – 2,65m – 3,18m – enzovoort

Patroon meervouden van 64cm zijn: 1,28m – 1,92m – 2,56m – 3,20m – 3,84m – enzovoort

Voorbeeld: Als een muur 2,50m hoog is en het patroon is 53 cm. Snijdt de banen 2,65m lang.

Er is 15 cm extra om per baan weg te snijden.

Tip: Maak van alle banen de bovenkanten gelijk op patroon

BEHANG MET VERSPRINGEND PATROON 
Behang met verspringend patroon herken je aan, bijvoorbeeld 64/32 cm of 53/26,5 cm

Met een verspringend patroon wordt bedoeld dat de oneven banen en even banen aan de bovenzijde op patroon gelijk zijn aan elkaar. Er wordt dus gewerkt met rollen van even en oneven banen.

Rol 1 oneven

Meet de hoogte van de muur en snijdt de banen op een lengte, gelijk aan een meervoud van het patroon, boven de gemeten muur. Tel daarbij 5 tot 10 centimeter op. Dit is van belang bij het afsnijden van de banen langs het plafond en plint.

Patroon meervouden van 53cm zijn: 1,06m – 1,59m – 2,12m – 2,65m – 3,18m – enzovoort

Patroon meervouden van 64cm zijn: 1,28m – 1,92m – 2,56m – 3,20m – 3,84m – enzovoort

Rol 2 even

Leg rol 2 naast baan 1 en schuif de baan een ½ patroon omhoog en maak de banen gelijk op patroon. Snijdt baan 2 nu even langs baan 1 (deze is al in het meervoud van het patroon, deze is dus lang genoeg). LET OP! CONTROLEER ALLES VOORDAT DE BANEN GESNEDEN WORDT!

Voorbeeld: Als een muur 2,50m hoog is en de patroonhoogte is 53/26,5 cm, snijdt rol én baan 1 op 2,65m. snijdt daarna rol én baan 2 op 2,65m, nadat deze bovenzijde gelijk is gemaakt met het patroon van baan 1.

Tip: Nadat de eerste baan is geplakt, kan baan 3 en 5 (rol 1) en baan 4 en 6 (rol 2) aan de bovenzijde gelijk leggen en aan de onderkant afsnijden. Mocht er een 3e rol aan te pas komen. Moet de 3e rol aan de bovenkant gelijk worden gemaakt met baan 1 (oneven). Een 4e rol moet gelijk zijn met baan 2 (even). Zo kan er op dezelfde manier worden doorgewerkt als rol 1 en 2.

LET OP! Bovenstaande aanwijzingen moeten als algemene aanbevelingen worden opgevat. Door mogelijke verschillen in ondergrond en/of werksituaties kunnen de algemene aanbevelingen nimmer in alle gevallen volledig of correct zijn.

Voor meer advies verwijzen wij u graag naar de website van AS Creation